Voorbeeld van een opgenomen collegeserie
Geschiedenis en wijsbegeerte van de biologie
(door prof.dr. Bert Theunissen, Universiteit Utrecht)
In deze cursus leer je een kritisch beeld te vormen van de geschiedenis van de biologie en deze in een wetenschapsfilosofisch perspectief te plaatsen. Daarnaast ontwikkel je vaardigheden in het uitvoeren van praktisch onderzoek en literatuurstudie en het presenteren van de resultaten in de vorm van een wetenschappelijk verslag.
De cursus begint met de historische colleges. Deze vormen een zelfstandig onderdeel en leveren tegelijkertijd het basismateriaal voor het filosofische deel. We behandelen de periode ca. 1800 - ca 2000 en concentreren ons op de ontwikkeling van de biologie tot een aparte natuurwetenschappelijke discipline. Centraal in dit proces staat de wisselwerking van twee onderzoekprogramma¿s, respectievelijk gekenmerkt door een beschrijvende en een experimentele (causaal-analytische) aanpak.
Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere:
- de rol van Kants Kritik der Urteilskraft bij het ontstaan van de teleomechanische onderzoeksrichting,
- Cuvier en de formulering van het morfologische programma,
- Darwins evolutietheorie als een eerste poging om de functionele en de morfologische invalshoek te verenigen,
- de tegenstelling tussen `experimentalists¿ en `naturalists¿ rond 1900,
- de opkomst van de synthetische evolutietheorie en het aandeel daarin van de verschillende biologische disciplines, en
- de theoretische en methodologische grondslagen van de moleculaire biologie.
Het wijsgerige deel van de cursus begint met een korte inleiding in de algemene wetenschapsfilosofie, toegelicht aan de hand van voorbeelden uit de geschiedenis van de biologie. Centraal staat de vraag naar de legitimiteit van de status die natuurwetenschap in onze maatschappij heeft: is het terecht dat we zoveel waarde hechten aan wat 'de wetenschap' beweert? Waarom wel/niet?
Daarna gaan we in op de vraag naar het eigen karakter van de biologie. De manieren van theorievorming en de verklaringsprincipes in de biologie verschillen op het eerste gezicht nogal van die in de natuur- en scheikunde. Is dit een zwakte en zou biologie er naar moeten streven een `echte harde wetenschap¿ te worden? Of heeft het te maken met het eigen karakter van het onderwerp van studie? Bijvoorbeeld met het specifieke karakter van het evolutieproces? Of met de complexiteit en organisatiegraad van het leven?
Zowel in de historische als in de wijsgerige colleges confronteren we je met verschillende visies op diverse onderwerpen.