Leidt video tot meer engagement en beter leren?
Met toestemming van Wilfred Rubens uit zijn blog overgenomen.
In een lezenswaardige bijdrage stelt Patti Shank dat veel beweringen over de positieve gevolgen van video voor leren en engagement gebaseerd zijn op aannames, bijvoorbeeld op basis van opvattingen van betrokkenen. Je moet volgens haar sceptisch kijken naar claims, en vooral oog hebben voor nuances en details. Er is echter onderzoek waaruit werkt op welke manier online video’s leiden tot engagement en effectief leren.
Shank haalt Donald Clark aan die op basis van onderzoek concludeert dat video alleen meestal onvoldoende is voor leren. Je kunt dankzij video processen, procedures (bijvoorbeeld op het gebied van verpleegkunde), realistische zaken, drama en presentaties laten zien. Video is echter niet goed in zaken zoals concepten, getallen en abstracte betekenis. Dan heb je andere leermiddelen en werkvormen nodig:
video was better for episodic knowledge than semantic knowledge.
Op het gebied van verpleegkunde heb je het dan bijvoorbeeld over noodzakelijke doses. Best belangrijk. Open vragen met specifieke feedback zorgen er dan eerder voor dat het geleerde beklijft.
En hoe zit het dan met engagement?
Video zou leiden tot engagement, waarbij engagement noodzakelijk wordt geacht voor leren. Volgens Shank is engagement niet hetzelfde als interesse (of naar mijn mening motivatie). Bij engagement voeren lerenden leertaken uit en richten zij zich op leeruitkomsten. Dit leidt tot effectief leren. Het gaat dus eerder om zaken als inspanning en doorzettingsvermogen.
Patty Shank illustreert dat engagement een lastig te onderzoeken fenomeen is. Engagement (zoals aandacht) kan niet direct gemeten worden. Daarom zoeken onderzoekers naar ‘vervangers’, naar zaken die gerelateerd zijn aan engagement maar wel gemeten kunnen worden (zoals voltooide opdrachten en cijfers). Op het gebied van video kijken we bijvoorbeeld naar hoe lang video’s worden bekeken en of lerenden in staat zijn vragen over de video te beantwoorden.
Op basis van een grootschalig onderzoek presenteert Shank de belangrijkste uitkomsten met betrekking tot video en engagement:
- Kortere video’s zijn aantrekkelijker dan langere video’s. Het engagement daalt sterk na 6 minuten. Deel langere video’s daarom bij voorkeur op in stukken van minder dan 6 minuten.
- Video’s waarbij de docent in beeld is, samen met de dia’s , zijn boeiender dan de dia’s alleen. Laat de docent daarom regelmatig in beeld. Nota bene: bij screencasts is dit ook mogelijk (al heb ik hier tot nu toe geen gebruik van gemaakt).
- Video’s met een meer persoonlijk karakter, gemaakt in een informele setting, zijn aantrekkelijker dan fraai gemaakte studio-opnames. Je hoeft dus niet altijd geavanceerde kennisclips te maken.
- Opgenomen video’s van live klassikale sessies zijn niet aansprekend, zelfs niet als ze in korte video’s worden opgeknipt. Noot: deze video’s worden bijvoorbeeld wel gebruikt als voorbereiding op tentamens. De ervaringen hiermee verschillen.
- Maak eerder gebruik van informele sessies op die een één-op-één-ervaring simuleren.
- Het is aantrekkelijker als een docent sneller spreekt, met veel enthousiasme, in plaats van trager en zonder veel enthousiasme.
- Stap-voor-stap tutorials die laten zien wat er bij elke stap gebeurt, zijn boeiender dan opgenomen dia’s. Laat in de tutorials het proces zien en laat de docent informeel spreken.
- Mensen gaan anders om met uitleg-video’s en hebben ondersteuning nodig bij het vinden van de stukken die ze later nodig hebben. Gebruik bijvoorbeeld (sub)secties binnen video’s die lerenden ondersteunen bij het selectief terugkijken.
Deze bevindingen hebben trouwens vooral betrekking op instructievideo’s . Dus wellicht zijn ze minder relevant voor andere typen video. Ik kan me een prachtig verhaal van twintig minuten herinneren, waar ik ademloos naar heb gekeken (ok, dit is een opinie).
Een pratende docent in combinatie met een verhaal zou weleens tot overbelasting kunnen leiden. Maar verder laat dit onderzoek volgens Patti Shank zien dat het vaak bekritiseerde ‘pratend hoofd’ niet eens zo’n vreemde instructie-activiteit is.
Zij stelt tenslotte terecht dat instructie-activiteiten tot engagement leiden als zij bevorderen dat lerenden zich moeite gaan doen om kennis en vaardigheden te gaan ontwikkelen.
Online video heeft veel potentie voor leren, opleiden en onderwijs. De effectiviteit wordt echter vaak beïnvloed door de combinatie met andere leeractiviteiten (zoals het maken van open vragen of opdrachten waarin de inhoud van de video wordt verwerkt). Shank illustreert dat ook meer informeel en eenvoudig gemaakte video’s effectief kunnen zijn. Je moet ook goed nadenken over welk type video, wanneer het meest passend is. En of online video altijd passend is.