Actief leren met weblectures door studenten en docenten
Tijdens de Onderwijs Research Dagen in Leiden op 18 juni 2015 was ik als referent aanwezig bij het symposium van Hogeschool Inholland: Actief leren met weblectures door studenten en docenten. Het symposium werd geopend door zaalvoorzitter Renée Filius. De opbouw en samenhang van van het symposium was heel sterk met drie onderzoeken in verschillende fasen van de inzet van weblectures in het onderwijs. De eerste spreker was Zac Woolfit, zijn verhaal ging over hoe je docenten aan het opnemen krijgt. Daarna volgde Richard Kragten die vertelde over de ervaringen en lessons learned uit een pilot. Het symposium eindigde met het verhaal van Iris Sutherland over de mening en ervaring van studenten die les kregen met behulp van weblectures. Hierbij een kort verlag van het symposium.
van links naar rechts: Sanne Gratama van Andel, Richard Kragten, Iris Sutherland, Zac Woolfit en Renée Filius.
Bij Hogeschool Inholland is de collectievorming van weblectures de afgelopen jaren flink toegenomen. Vanaf de start in 2009 lag de focus op didactische inzet van weblectures. Het merendeel van de weblectures wordt voorafgaand aan het betreffende onderwijs opgenomen zonder publiek in een opnamestudio. Het lectoraat Teaching, Learning & Technology (TLT) richt haar onderzoek op didactische inzet van video en weblectures.
In de diverse opleidingspraktijken wordt verschillend omgegaan met initiatieven van docenten, ondersteuning en toepassing van video en weblectures. Drie docenten van verschillende opleidingen die de master Leren & Innoveren volgen, hebben praktijkonderzoek gedaan naar toepassingen van weblectures, variërend van kennis en vaardigheden van docenten, didactische inbedding gericht op actief gebruik en waardering door studenten en docenten.
Het symposium brengt een aantal actuele masteronderzoeken in opleidingen van Hogeschool Inholland op het gebied van didactische inzet van weblectures bij elkaar. Het biedt deelnemers inzicht in ontwerpgericht onderzoek naar didactische inbedding van pre-recorded weblectures in drie opleidingen en hoe deze onderzoeken in de praktijk worden voortgezet.
Tijdens het symposium komen achtereenvolgens masteronderzoeken binnen verschillende HBO-opleidingen aan bod:
- Onderzoek van Zac Woolfitt (2014) naar ‘support needs’ van docenten in zijn team bij de opleiding Tourism Management met betrekking tot ‘video teaching’.
- Onderzoek van Richard Kragten (2014) naar herontwerp van onderwijseenheid Celbiologie van de opleiding Life Sciences & Chemistry.
- Onderzoek van Iris Sutherland (2015) naar gebruik en ervaring met een weblecture-serie binnen het vak Stralingsdeskundigheid van de opleiding Medisch Beeldvormende & Radiotherapeutische Technieken.
Zac Woolfit:
Welke ondersteuning hebben docenten nodig om video opnames te gaan maken voor hun onderwijs? Wat zien docenten als belemmering? Wat zien ze als bedreiging voor de relatie tussen docent en student? Zac heeft 23 docenten over deze vragen geïnterviewd. Daaruit blijkt dat wie de stap van face to face onderwijs naar onderwijs video’s wil maken dit zelf moet beslissen en zich actief moet opstellen. Goede ondersteuning bij het opstarten is daarbij essentieel. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is een opzet gemaakt voor 3 workshops om docenten te ondersteunen. In de eerste workshop leren deelnemers praktisch hoe ze een mini weblecture kunnen maken. In de tweede workshop ontwikkelen deelnemers een weblecture die ze moeten integreren in het curriculum en krijgen ze didactische tips. In de derde workshop integreren ze de mini weblecture in het curriculum en leren ze over flipping the classroom.
Richard Kragten:
Een docent Celbiologie constateerde dat de studenten moeite hebben met het begrijpen van abstracte concepten. Toch stellen de studenten nauwelijks vragen tijdens de werkcolleges. Hij bedacht dat de inzet van kennisclips de studenten zou kunnen helpen, omdat ze deze clips zo vaak kunnen kijken als ze willen. Daarbij wilde hij de kennisclips volgens het flipped classroom principe voorafgaand aan de bijeenkomst inzetten om tijdens de bijeenkomst te kunnen werken aan een betekenisvolle leeractiviteit, namelijk het maken van een conceptmap. Hij koppelde steeds een opdracht aan het kijken van de kennisclip, die de studenten voor de bijeenkomst moesten inleveren.
Richard heeft onderzocht of deze opzet (inzet van weblectures en conceptmaps) betekenisvol leren bevorderde. De conclusie van het onderzoek is: Ja, door de inzet van weblectures en concept maps wordt betekenisvol leren bevorderd, zowel vanuit het perspectief van de student als van de docent. De weblectures waren activerend, studenten maakten de opdracht voor de bijeenkomst en waren daardoor goed voorbereid op het maken van de concept maps. De studenten leerden actiever tijdens de bijeenkomsten. In de perceptie van de studenten leidde de inzet van weblectures en het maken van concept maps tot een beter begrip van de leerstof.
Iris Sutherland:
Iris heeft een evaluatie onderzoek uitgevoerd naar gebruik en ervaring met weblectures onder studenten. Het gaat om 110 eerste jaars en 100 tweedejaars studenten stralingskundigheid van de opleiding Medisch Beeldvormende & Radiotherapeutische Technieken. Redenen van docenten voor het inzetten van verschillende varianten weblectures in studiejaar 2014-2015 waren onder andere: actievere houding tijdens en na de begeleide lesmomenten, herhalingsmogelijkheden en (probleem)oefening. Het doel van het evaluatieonderzoek is om inzicht en begrip te krijgen in het didactisch en technisch gebruik van verschillende varianten weblectures binnen het onderwijsprogramma.
De voorlopige conclusie is dat de studenten voldoende tevreden zijn over het werken met de weblectures. Ze vinden het inzetten van weblectures een goed idee, ze vinden het leuk en ze vinden het wenselijk om weblectures in te zetten. Ze geven aan dat ze actiever leren en dat de weblectures aansluiten bij de leerdoelen. De integratie in het onderwijs kan echter beter als er bijvoorbeeld tijdens de lessen beter wordt verwezen naar de weblectures. Dan gaan waarschijnlijk ook de gebruikersaantallen omhoog.
Sanne Gratama van Andel
Onderwijskundig Adviseur, Universiteit Utrecht