Boekbespreking Leidinggeven aan onderwijsinnovatie met ict
Overgenomen uit 2 BE JAMMED bijdrage van Judith van Hooijdonk
Marijke Kral, Anne-Marieke van Loon, Pierre Gorissen en Dana Uerz van het lectoraat Leren met ict en tevens van iXperium van de HAN hebben samen het boek Leidinggeven aan onderwijsinnovatie met ict. Sturen op beweging geschreven.
De publicatie bestaat uit 5 hoofdstukken, een inleiding, nabeschouwing en uitgebreide literatuurlijst. Elk hoofdstuk eindigt met tips voor de schoolleiders en verder lezen-opties. Inhoud:
1. Onderwijs en ict, state of the art. Waar gaan we naartoe? Wat is er nodig?
2. Ict-geletterdheid
3. Gepersonaliseerd leren. Wat is het? Wat vraagt het van de schoolorganisatie?
4. Wat vraagt leren en lesgeven met en over ict van leraren?
5. Wat vraagt leidinggeven aan onderwijs en ict van leidinggevenden?
De doelgroep zijn schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs, dit is vooral te zien aan de vele praktijkvoorbeelden. Op pagina 72 staat in de voetnoot dat ze met schoolleiders elke leidinggevende in een onderwijsorganisatie bedoelen, “dus ook directeuren, adjunct-directeuren, teamleiders en andere leidinggevende binnen het team die een rol hebben met betrekking tot leidinggeven aan onderwijs en ict”.
Leidinggevende spelen een cruciale rol bij onderwijsinnovatie met ict, stellen de auteurs. Dat onderbouwen ze met veel wetenschappelijk onderzoek, ook van henzelf. In het 1e hoofdstuk wordt toegelicht dat ict ingezet kan worden voor 4 deelgebieden: (1) leren en ontwikkelen, (2) werken en leren, (3) organisatie van de school, (4) logistiek van de school. Het 2e hoofdstuk gaat over het belang van ict-geletterde jongeren, en dat daarvoor ook ict-geletterde docenten nodig zijn. Teven wordt het begrip ict-geletterdheid (ofwel digitale geletterdheid) beschreven. Er zijn verschillende competentiemodellen ict-geletterdheid (zoals van Mediawijzer, Kennisnet, ADEF en van het iXperium zelf). Pierre Gorissen heeft een referentiekader digitale geletterdheid samengesteld dat gebruikt kan worden om binnen de instelling te praten over digitale geletterdheid maar ook om de reeds bestaande competentiemodellen te vergelijken. Hoofdstuk drie draait om gepersonaliseerd leren, wat het is en hoe ict voor flexibilisering, differentiatie en maatwerk ingezet kan worden. Het is een complexe onderwijsinnovatie dat vraagt om een open cultuur waarbij het onderwijskundig leiderschap van de leidinggevende erg belangrijk is om te komen tot een gezamenlijke en gedragen visie over gepersonaliseerd leren. Hoofdstuk vier gaat over ict-docent professionalisering. De online vragenlijst, gebaseerd op het competentieprofiel voor startbekwame docenten (dezelfde vragenlijst die ik ook heb gebruikt voor mijn masteronderzoek, nogmaals dank Dana Uerz ), is ingevuld door ruim 5000 docenten uit verschillende onderwijssectoren. Analyse toont een groot handelingsverlegenheid mbt leren en lesgeven met ict. Het beeld is al jarenlang onveranderd: een kleine kopgroep (de vooroplopers) en een groot peloton. De analyse van de vragenlijst vind ik dermate interessant en belangrijk, dat ik hier nog een apart blog aan zal besteden. Conclusie is dat ict-docentprofessionalisering beter ingebed moet worden in het beleid en op bestuurlijk niveau.
De eerste vier hoofdstukken laten zien wat ict van studenten, docenten en de onderwijsorganisatie vraagt. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan wat dit dan allemaal van de schoolleider vraagt. Net als voor docenten geldt ook voor schoolleiders dat ict-competenties belangrijk hierbij zijn. Het iXperium heeft een set competenties hiervoor ontwikkeld: ‘Leidinggeven aan onderwijs en ict’ . Naast ict-geletterdheid (instrumentele, informatie- en mediavaardigheden) is het belangrijk dat hij/zij het team stuurt, inspireert en ondersteunt om ict in te onderwijs te integreren daarvoor moet hij/zij visie hebben op dit thema, strategisch kunnen omgaan met de omgeving (irt ict toepassingen) en zorgen dat de ict-organisatie in orde is.
Mooi dat in de nabeschouwing een link wordt gelegd met de toekomstverkenning ‘Het eeuwige leren’ van Stichting Toekomtbeeld der Techniek (op dit blog ook al eens aandacht aan besteed). Het inzetten van ict voor leren en lesgeven geeft altijd discussie. Voor mij hoef je niet voor of tegen inzet van ict te zijn. Als adviseur technologie-ondersteund leren denken mijn collega’s dat ik onderwijskundige uitdagingen of problemen altijd wil oplossen met ict. Nee hoor. Echt niet. Ik zeg mijn collega’s wel dat zij moeten weten wat je met leertechnolgie (de T van TPACK) kunt doen, om naast je pedagogische, didactische en inhoudelijke kennis die je als docent hebt een weloverwogen afweging te kunnen nemen of je ict al dan niet inzet. En dan gaat het om inzetten op alle eerder genoemde deelgebieden: (1) leren en ontwikkelen, (2) werken en leren, (3) organisatie van de school, (4) logistiek van de school.
Zoals op de achterflap staat; het boek geeft schoolleiders die aan de slag willen met onderwijsinnovatie met ict handvatten om docenten te ondersteunen. In deze opzet zijn de auteurs goed geslaagd. Mijn prangende vraag blijft wat te doen als zij geen vragen stellen, de urgentie niet zien of ambitie niet hebben? Kijkend naar mijn hbo-context dan is deze publicatie ook een mooie handreiking voor teamleiders. Hoewel in een voetnoot staat dat met schoolleiders ook directeuren en andere leidinggevende bedoeld worden, denk ik dat bestuurders dit boekje niet ter hand nemen. Voor hen is het Vier in Balans-model een goed instrument om visie, infrastructuur, deskundigheid, inhoud en toepassingen van hun organisatie in kaart te brengen. Uiteraard wordt dit model ook genoemd in deze uitgave. Het is zoals de auteurs schrijven: belangrijk om in alle vier de onderdelen van het model te investeren. Dus niet alleen in infrastructuur of alleen in deskundigheid, maar in balans.