Gemotiveerde studenten kijken kennisclips
Wiskundige kennisclips
Karin Rebel heeft voor het vak Wiskunde en Systeemanalyse, dat gegeven wordt in het eerste jaar binnen innovatie- en milieuwetenschappen, 45 kennisclips opgenomen. Dit zijn korte video’s van maximaal 5 minuten over wiskundige onderwerpen, zoals vergelijkingen, machtsfuncties, goniometrie en differentiëren. De kennisclips werden online aangeboden en studenten konden zelf bepalen of en wanneer ze deze clips bekeken. Gedurende acht weken werd in kleine werkgroepen dieper op de wiskundige onderwerpen ingegaan. Daarnaast zijn er een responsie en verdiepingscollege gegeven, waarbij op moeilijke onderwerpen wordt ingegaan. Op deze manier konden studenten met een verschillende wiskundige achtergrond zelf bepalen welke en hoeveel extra hulp zij in de vorm van kennisclips nodig hadden.
Bekijken studenten de kennisclips?
Via het systeem waarin de kennisclips zijn opgenomen is informatie verzameld over het kijkgedrag van de studenten. Van de 108 studenten heeft een overgrote meerderheid (72%) naar in ieder geval één clip gekeken. Gemiddeld bekijkt een student ongeveer 13 kennisclips. De gemiddelde kijktijd van een student is 154,2 minuten, dus ongeveer 2,5 uur.
Welke kennisclips bekijken studenten en wanneer?
Niet alle clips worden evenveel bekeken door studenten. Kennisclips die eerder in de cursus worden aangeboden (in week 1 en week 2), worden gemiddeld minder vaak bekeken dan clips vanaf week 4. Aangezien de cursus een deel middelbare school wiskunde herhaalt, kan het zijn dat studenten voor de makkelijke onderwerpen minder ondersteuning nodig hebben.
Daarnaast worden niet alle kennisclips op hetzelfde moment gekeken. De kennisclips in de eerste weken worden gemiddeld meer na afloop van de werkgroep gekeken, terwijl de kennisclips vanaf week drie meer voorafgaand aan de werkgroep worden gekeken. Ook hier geldt dat de onderwerpen in de eerste weken misschien meer bekend zijn, waardoor studenten pas in de werkgroep beseffen dat ze niet voldoende over het onderwerp weten en daarna de kennisclip bekijken. De onderwerpen van de latere weken kunnen onbekender zijn en worden daardoor gekeken als voorbereiding op de werkgroep. Een andere verklaring is dat studenten gaandeweg steeds meer nut zagen in het voorbereiden van de werkgroepen door de kennisclips op voorhand te bekijken.
Wat vinden studenten van de kennisclips?
Om erachter te komen wat studenten vinden van de kennisclips, is hen een vragenlijst voorgelegd met betrekking tot hun motivatie en de aanwezigheid bij contactmomenten. Een derde van de studenten (34%) geeft aan dat hun motivatie om te werken aan het vak gedurende het onderdeel wiskunde is toegenomen. Voor ongeveer de helft (56%) had het geen effect en 10% geeft aan dat de motivatie is afgenomen. Daarnaast werkten de kennisclips voor ongeveer de helft van de studenten motiverend om de huiswerkopdrachten te maken en om naar de speciale verdiepingscolleges te gaan.
Welke studenten kijken naar de kennisclips?
Er is ook een deel van de studenten (28%) dat geen kennisclip heeft gekeken. Met de antwoorden op de vragenlijst is geprobeerd om een globale typering te geven van de studenten die meer kennisclips kijken. Dit blijken vooral de meer gemotiveerde studenten te zijn. Studenten die veel clips bekijken of hier veel tijd aan hebben besteed, zijn bijvoorbeeld ook meer aanwezig geweest op de contactmomenten. Daarnaast bekijken studenten die het belang van wiskunde hoger inschatten dan andere studenten, ook meer kennisclips. Het kijken van meer kennisclips heeft een positief verband met het cijfer dat studenten voor werkgroep opdrachten halen. Het houdt echter geen verband met het tentamencijfer. Dit kan te maken hebben met het feit dat studenten de meeste clips voornamelijk rondom de werkgroepen bekijken en minder voorafgaand aan het tentamen.
Vervolg
De bachelor gaat in studiejaar 2016-2017 verder als ‘Global Sustainability Science’ en zal een aangepast, Engelstalig curriculum krijgen. De kennisclips worden daarom opnieuw opgenomen in het Engels en samen met formatieve toetsing in de ‘Digitale Wiskunde Omgeving’ (DWO) geplaatst. Het gebruik van de clips zal opnieuw geëvalueerd worden, evenals de formatieve toetsing.
Geschreven door Heleen van Ravenswaaij (onderwijskundig adviseur), Universiteit Utrecht